Dit is een oude revisie van het document!
Microfoons prikken en registreren
Klik op de afbeeldingen voor een grotere versie.
![]() | Voor het inprikken van microfoons en andere ingangssignalen, en het registreren wat je ingeprikt hebt, gebruik je de tablet. Start de app “Wing CoPilot” en verbind met het mengpaneel. |
![]() | 1) Kies scherm “Performance setup” in de grijze balk links bovenin beeld. Ben je op een ander scherm? Klik dan op de 3 witte strepen links bovenin beeld. 2) Kies tabblad “Sources”. 3) Kies de juiste ingang op de mengtafel. Deze lijst kun je naar links en naar rechts schuiven. SB1 en SB3 hangen standaard aan “AES50 A”, SB2 aan “AES50 B” en SB4 (bij de lichtregie) aan “AES50 C”. Zie ook: Stageboxen en aansluitingen 4) Zorg dat aan de rechter kant van het scherm tabblad “Custom” is geselecteerd. |
![]() | 1) Kies in het linker deel de ingang waar je iets in gaat prikken. Als de standaard setup is geladen, staat hier het nummer van de stagebox en het nummer van de aansluiting, bijvoorbeeld: SB2-3. 2) Typ in het rechter deel, in het grote zwarte vak, de naam van het instrument. 3) Kies een kleur en een bijpassend instrument. Geef alle instrumenten die in dezelfde groep vallen, dezelfde kleur. Bijvoorbeeld: Drumstel: blauw, alle trombones: paars, alle trompetten: geel, etc… |
Herhaal deze stappen voor alle kanalen die je inprikt.