Gain inregelen

De gain van alle kanalen regel je in, zodat de meters uitslaan rond -18dB, als een muzikant op normaal volume speelt/zingt. Dit is dus net op de grens tussen de groene leds en de oranje/gele leds.

Je kunt gain inregelen op het mengpaneel en op de tablet.

Selecteer een kanaal, door op de select knop boven de schuif van dat kanaal te drukken. TIP: Druk op de SOLO knop. Als je SOLO aanzet, dan zie je het ingangssignaal op de grote VU-meter rechts naast het scherm.

1) Zorg dat je op het home-scherm bent, door op de home-knop naast het scherm te drukken. 2) Navigeer naar de tweede pagina (waar je ook de bronnen van een kanaal instelt). 3) Regel de gain met het schuifje op het scherm, of met de meest linker draaiknop. In de standaard-setup staat 48v Phantom Power overal aan en het is het beste dat zo te laten. Wil je toch Phantom Power aan/uit zetten op een kanaal, houdt dan de knop boven het schuifje op het scherm lang ingedrukt.

Herhaal deze stappen voor elk kanaal waar een microfoon of DI-box aan is gekoppeld.

1) Zorg dat je op het scherm “Performance setup” staat.
Zie je rechtsboven in beeld wat anders staan, druk dan op de 3 witte streepjes en kies het juiste scherm.

2) Zorg dat je op het linker deel van het scherm tabblad “sources” hebt geselecteerd .

3) Kies de juiste ingang op het mengpaneel.
Deze lijst kun je naar links en naar rechts schuiven. SB1 en SB3 hangen standaard aan “AES50 A”, SB2 aan “AES50 B” en SB4 (bij de lichtregie) aan “AES50 C”.
Zie ook: Stageboxen en aansluitingen .

4) Kies de bron waarvoor je gain wilt inregelen, door op een vierkant blokje te drukken.

5) Zorg dat je op het rechter deel van het scherm het tabblad “config” hebt geselecteerd.

6) Regel de gain in met het schuifje rechtsonder op het scherm.
Je kunt op dit scherm ook 48v fantoomvoeding aan/uitzetten. Onder normale omstandigheden blijft deze altijd aan staan.

Herhaal deze stappen voor alle ingangen, waar een microfoon of DI box aan hangt.